Foto: handtekening
Bouwgeschiedenis van de Sint-Benedictuskerk Mortsel
Nadat de abdij van Lobbes in 650 Villa Dieseghem als eigendom kreeg, bouwden de monniken een kapel, vermoedelijk een ronde lemen of houten hut met een strooien dak waarin een priester de mis opdroeg. Zo konden de werklieden op de villa hun zondagsplicht vervullen. Maar voor 1150 vinden we nergens een spoor van een kerk. Mortsel hing, kerkelijk gezien, af van Kontich. In welk jaar Mortsel-kerk onafhankelijk en gescheiden werd van Kontich, zullen we waarschijnlijk nooit achterhalen bij gebrek aan officiële documenten in de archieven.
Het Knopboeck meldt de bouw van een nieuwe stenen kerk tussen 1149 en 1152. In 1158 wordt Mortsel-dorp met de kerk de zelfstandige parochie Sint-Benedictus. In het Knopboeck is er op het einde een zinnetje bijgeschreven: “Cepit esse ecclesia anno Domini MCCIII” of “Begon kerk te zijn in het jaar des Heren 1203”. In dat jaar is de bouw van de eerste stenen kerk vermoedelijk voltooid.
De kerk wordt toegewijd aan de heilige Drie-Eenheid en de heilige Benedictus, patroon van de abdij van Lobbes. Onder de relikwieën die de bisschop in het altaar plaatste is die van de heilige Benedictus de voornaamste.
Het hoogkoor werd herbouwd in 1558-1559 en kardinaal Perrenot de Granvelle schonk, als heer van Cantecroy, 5 geschilderde glasramen met heiligen. Deze ramen werden tijdens de beeldenstorm verwoest in 1567.
In 1583 werd Mortsel volledig platgebrand door de Staatse troepen (protestanten), uitgezonderd de kerk, het kasteel Cantecroy en de molen. Van 1580 tot 1590 woonde er niemand meer in Mortsel, alle dorpelingen waren gevlucht voor het oorlogsgeweld tussen de Spaanse en de Staatse troepen. De kerk bleef overeind maar kwam niet ongeschonden uit de oorlogen.
In 1618 moest de toenmalige heer van Cantecroy, Jean-Baptist Maes, torens en omwallingen van het kasteel afbreken om zijn schulden af te betalen. Deze stenen werden onder meer gebruikt om de toren van Sint-Benedictuskerk te herstellen. Als je de kerk binnenkomt loop je dus als het ware onder een oud gedeelte van kasteel Cantecroy door.
In 1630 werd op dezelfde plaats een nieuwe kerk gebouwd, maar de toren bleef.
In 1914 blies de Belgische genie de torenspits op om te beletten dat de Duitse bezetters van daar in fort 4 konden kijken. De herstelling volgde in 1921.
De toren werd beschermd als monument in 1936. De kerk, het kerkhof en de omliggende straten kregen in 1942 hun bescherming als landschap.
In 1958-1959 volgde de ontruiming van het Sint-Benedictuskerkhof, waarna in 1960-1961 de vergroting van de kerk volgde.
Van 2014 tot 2024 werd de kerk volledig gerestaureerd: niet alleen verlichting, verwarming, geluidsinstallatie en beeldvorming werden vernieuwd. Ook de regenafvoer, de riolering en het interieur werden onder handen genomen. Maar eveneens de preekstoel, de biechtstoelen, het houtwerk, altaren, schilderijen, kruisweg en beelden werden grondig en vakkundig opgeknapt.
Schilderij boven het hoofdaltaar
In 1442 werd een eerste hoofdaltaar ingewijd, een gotisch altaar geschonken door ridder Jan II „de oude“ Van Ranst, heer van Cantecroy (1403-1443). Het werd vernield tijdens de beeldenstorm op 21 augustus 1566.
Tussen 1149-1152 (eerste kerk) en vandaag werden het altaar en ook de altaarstukken meermaals vervangen door een moderner item, de laatste keer in 1640-1644 door Sebastiaan de Neve. Wij hebben weet van drie verschillende schilderijen:
- Triptiek door Gilliam Van Dermonde (1610-1611), onderwerp onbekend;
- “Christus aan het Kruis” door Antoni Goubau (1662), waarvan 2 details nog steeds in de sacristie hangen;
- “De Heilige Benedictus smeekt genezing voor de lijdende mens en dier af vanuit de Hemel” door Carlo Eykens (1752).
Van Carlo Eykens, een internationaal minder bekend schilder uit de 18e eeuw, zijn heel weinig details bekend over zijn leven en zijn werk. Maar de terugkeer van zijn schilderij wordt vandaag gevierd omdat het deel uitmaakt van het historisch erfgoed van de kerk. Het doek werd 3 keer gerestaureerd: in 1807 door J.F. Verlinden, in 1980-1982 door pastoor H. Heylen en tenslotte in 2019-2023 door Patricia Van den Borne.
Tijdens de laatste restauratie kon Patricia de desastreuse overschilderingen uit het verleden verwijderen. Hierdoor werden niet alleen de oorspronkelijke kleuren opnieuw zichtbaar. Ook mensen en dieren, evenals details van de gebouwen, kwamen tevoorschijn nadat toegevoegde wolken en onzorgvuldige behandelingen deskundig werden verwijderd.
Schilderij boven het zijaltaar zuid
In 1640 was de Sint-Sebastiaansgilde zo rijk dat ze een schilderij van haar patroonheilige kon bestellen: “Marteling van Sint-Sebastiaan” (1640-1644). Oorspronkelijk werd het schilderij, hoewel niet ondertekend, toegeschreven aan Cornelis Schut.
Maar tijdens de recente restauratie van 2019 tot 2023 door Luc Van Asten uit Hasselt werd een andere handtekening ontdekt. Hierdoor bleek het doek geschilderd door de befaamde barokschilder Pieter van Lint, (1609-1690) een naam die klinkt als een klok. Van Lint was een Zuid-Nederlands kunstschilder uit de barokperiode, die actief was in Antwerpen en Italië. Van zijn hand zijn voornamelijk religieuze afbeeldingen bekend. Maar hij schilderde ook genrestukken in kabinetformaat. Na zijn studie onder Artus Wolfaert, een periode waarin hij voornamelijk de kunstwerken van andere schilders kopieerde, werd van Lint meester aan het Antwerpse Sint-Lucasgilde in 1632. In hetzelfde jaar reisde hij naar Rome, waar hij tot 1640 zou blijven. Hij werkte daar o.a. voor Domenico Ginnasi, kardinaal-bisschop van Ostia en Velletri, en de Cibo familie die hem in dienst nam om fresco’s te schilderen in hun
familiekapel in de Santa Maria del Popolo kerk te Rome. Hij verbleef in de periode 1640-1641 in Parijs.
Na zijn terugkeer in Antwerpen vertoonde zijn werk invloeden van zijn verblijf in Rome en werd in het bijzonder geïnspireerd door Caravaggio. Veel van zijn latere werk waren religieuze afbeeldingen, waaronder “De bruiloft van de Maagd Maria” (Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen).
Werken van Pieter Van Lint vinden we o.m. in de Salesianerinnenkirche te Wenen, het Hermitage Museum te Sint-Petersburg, het Jean-Paul Getty Museum te Los Angeles, het Szépművészeti Múzeum te Boedapest, het Museo del Prado in Madrid en het Noordbrabants Museum in ‘s-Hertogenbosch. Maar ook veel korter bij ons zijn schilderijen van hem te bewonderen in o.m. het KMSKA, de Sint-Jacobskerk, de Minderbroederskerk en de Keizerskapel in Antwerpen.
De Sint-Benedictusparochie is trots dat een dergelijk meesterwerk terugkeert na de restauratie.
Toekomst
Sinds vorige maand is het schilderij “Onze Lieve Vrouw met Kind schenkt de Rozenkrans aan Dominicus Guzman”, van de hand van een onbekende kunstschilder, voor restauratie vertrokken naar de Academie van Wilrijk.
Daarna komt “Voorstelling uit het Oude Testament“ (het verhaal van Tobit) nog aan de beurt.
Dank
Al deze restauratiewerken zijn mogelijk gemaakt door de blijvende inzet van de leden van de Kerkfabriek. De dank van de Sint-Benedictusparochie gaat eveneens naar de stad Mortsel en de provincie voor hun ondersteuning.
Patricia Van den Borne en Luc Van Asten leverden schitterend werk bij de restauratie van de terug gekeerde schilderijen. Maar ook de andere restaurateurs van Kruisweg, schilderijen, houtwerk en beelden verdienen een welgemeend “dankjewel”.
Heel veel dank ook aan Martin Heyligen, die volop werkt aan een complete documentatie van de kerk en haar inboedel.